1. Wat is ouder-mishandeling?

Ouder-mishandeling is iedere vorm van niet-incidenteel geweld, of de dreiging van geweld, door een thuiswonende jongere tegen (een van) de ouders. Het gaat hierbij om herhaaldelijk en ernstig geweld en niet om normale puberteitsconflicten.  Verwar ouder-mishandeling niet met ouderenmishandeling.

2. Hoe vaak komt ouder-mishandeling voor?

Uit schattingen blijkt dat bij ongeveer 10% van de meldingen van huiselijk geweld die jaarlijks bij de politie bekend worden, de ouders zelf het slachtoffer zijn. Meer dan 80% van de plegers betreft jongens. In twee derde van deze gevallen is de biologische moeder het slachtoffer.

3. Wat speelt er?

Uit zowel de praktijk als de wetenschappelijke literatuur blijkt dat ouder-mishandeling vaak wordt gepleegd door thuiswonende jongens vanaf 14 of 15 jaar. Dit geweld richt zich meestal op alleenstaande, gescheiden moeders, maar het probleem kan gezinnen treffen in alle lagen van de bevolking.

Een specifieke risicogroep wordt gevormd door jongeren met psychiatrische problematiek, vooral wanneer deze problemen pas in de puberteit naar voren komen. Deze jongeren vertonen vaak gedragsproblemen, hebben een lage frustratietolerantie en tonen weinig inlevingsvermogen en aanpassingsvermogen.

Daarnaast speelt een verstoorde ouder-kindrelatie vaak een belangrijke rol. Factoren zoals een zeer permissieve opvoeding zonder duidelijke grenzen, het ontbreken van gezinscohesie, extreme bescherming door ouders, of verschuivingen in gezagsverhoudingen binnen het gezin (bijvoorbeeld door een scheiding) vergroten het risico op ouder-mishandeling. Ook huiselijk geweld binnen het gezin en een onvoorspelbare gezinssituatie dragen bij aan het ontstaan van dit probleem.

4. Welke signalen zien we?

  • Angst en escalerend geweld: Ouders zijn bang voor hun kind; verbaal geweld begint vaak tussen 14-15 jaar en kan uitmonden in dreiging, fysiek geweld, of brandstichting.
  • Problematisch gedrag: Jongeren vertonen woede-uitbarstingen, vaak gelinkt aan middelengebruik of verslavingen (bijv. gamen).
  • Dagelijks leven: Geen dagbesteding, omgekeerd dag- en nachtritme, en schoolproblemen zoals verzuim of schorsingen.
  • Gedragsproblemen: Agressie binnen en buiten het gezin, zoals geweld tegen familie, (ex-)partners, of pestgedrag.
  • Familiedynamiek: Conflictueuze communicatie, mannelijke overheersing als norm, en meerdere vormen van geweld in het gezin.
  • Financiële druk: Ouders worden afgeperst of financieel uitgebuit door de jongere.
  • Gevolgen voor ouders: Sociale isolatie, uitputting, schaamte, en uitgestelde hulpvragen.
  • Politie-ingrijpen: Ouders schakelen soms politie in, wat kan leiden tot huisverboden of aangiftes.

5. Wat zijn extra veiligheidsmaatregelen?

  • Stap 0. Neem direct contact op met de politie bij een (mogelijk) acute onveilige of levensbedreigende situatie en versnel de stappen van de meldcode om snel en adequaat te kunnen handelen.
  • Stap 1. Let op rode vlaggen.
  • Stap 2. Overleg met Veilig Thuis als er een risico is dat de situatie verergert door interventies en maak veiligheidsafspraken om ervoor te zorgen dat de ouder veilig blijft.
  • Stap 3. Kies zorgvuldig met wie er wordt gesproken om de veiligheid van de ouder te waarborgen.
  • Stap 4. Gebruik het afwegingskader om signalen zorgvuldig te beoordelen en betrek Veilig Thuis.
  • Stap 5. Als er een gespecialiseerde methodiek of werkwijze wordt ingezet, volg dan strikt de veiligheidsmaatregelen die bij deze methodiek horen.

6. Wie zijn deskundig en kunnen hulp bieden?

Vraag advies aan:

  • Een college of aandachtsfunctionaris die deskundig is.
  • Veilig Thuis.
  • Politie bij een (mogelijk) strafbaar feit, zoals brandstichting of mishandeling.

Organiseer hulp en meld:

  • Organiseer hulp bij het lokaal team als de ouder(s) en/of jongere daarvoor open staat.
  • Bespreek met Veilig Thuis de mogelijkheden voor hulp en meld bij Veilig Thuis.
  • Organiseer beschermingsmaatregelen via politie of Veilig Thuis bij ernstige onveiligheid.