Wat is meisjesbesnijdenis?

Meisjesbesnijdenis is een ingreep aan de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen zonder medische noodzaak.

Hoe vaak komt meisjesbesnijdenis voor?

Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV), ook wel meisjesbesnijdenis genoemd, is wereldwijd een probleem. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn meer dan 200 miljoen vrouwen en meisjes in meer dan 30 landen besneden. Het komt voornamelijk voor in Afrika, het Midden-Oosten en Azië, maar ook in Europa en Noord-Amerika door migratie. In Nederland zijn bijna 41.000 vrouwen besneden en lopen naar schatting 4.200 meisjes in de komende twintig jaar risico.

Wat speelt er bij meisjesbesnijdenis?

Meisjesbesnijdenis is geworteld in culturele, religieuze en sociale normen. Het wordt vaak gezien als een overgangsritueel, een vereiste voor een goed huwelijk of als manier om “zuiverheid” en eer te behouden. Hoewel het als traditie wordt doorgegeven, ontbreekt een medische of religieuze basis. Veel religieuze leiders verwerpen de praktijk. Meisjesbesnijdenis blijft bestaan door patriarchale structuren, sociale druk en gebrek aan onderwijs en informatie.

Wat zijn typen meisjesbesnijdenis?

De WHO onderscheidt vier typen:

  • Type 1. Clitoridectomie: de clitoris wordt geheel of gedeeltelijk verwijderd.
  • Type 2. Excisie: De clitoris, de kleine schaamlippen en soms ook de grote schaamlippen worden verwijderd.
  • Type 3. Infibulatie: De vaginale opening wordt vernauwd door het wegsnijden en samenhechten van de schaamlippen.
  • Type 4. Andere vormen: zoals prikken, krassen of branden van de geslachtsorganen.

Welke overige vormen zijn er?

  • Defibulatie: De vernauwde vaginale opening wordt geopend, meestal vóór een huwelijk of bevalling.
  • Herinfibulatie: De schaamlippen worden opnieuw gehecht na een bevalling.
  • Sunna: Dit wordt vaak gezien als een mildere vorm, zoals prikken in de clitoris, maar in de praktijk wordt deze term soms gebruikt voor alle vormen van meisjesbesnijdenis.

Wat zijn signalen van meisjesbesnijdenis?

Het herkennen van signalen is cruciaal voor preventie:

  • (Plotselinge) reis naar het land van herkomst, vooral tijdens vakanties.
  • Gezondheidsklachten zoals pijn, infecties of plasproblemen.
  • Gesprekken over een ‘feest’ of ‘speciale ceremonie’.
  • Emotionele problemen zoals angst, depressie of teruggetrokken gedrag, vooral na een reis.

Wie bieden advies, hulp en/of bescherming bij meisjesbesnijdenis?

Bij signalen van meisjesbesnijdenis kun je terecht bij verschillende organisaties, afhankelijk van de situatie bieden zij advies, hulp en/of bescherming. De sociale kaart geeft een overzicht van organisaties. Deze organisaties kun je als eerste contacten:

  • Deskundige collega of aandachtsfunctionaris: voor overleg binnen je organisatie, ondersteuning bij het handelen volgens de meldcode.
  • Aandachtsfunctionaris VGV van de Jeugdgezondheidszorg: voor advies en passende hulp voor het meisje en haar ouders.
  • Aandachtsfunctionaris schadelijke traditionele praktijken van Veilig Thuis: voor advies, het inschatten van risico’s, het doen van een melding en het organiseren van passende hulp en bescherming.
  • Politie: Bij (signalen van) een dreigende meisjesbesnijdenis of direct gevaar.

Wat zijn extra veiligheidsmaatregelen?

Naast de stappen en acties van de meldcode is het belangrijk om vanaf stap 1 het volgende in beeld te houden:

  • Is er een risico dat jouw handelen het risico op onveiligheid vergroot? Dan eerst naar stap 2 en overleggen met een deskundige en/of Veilig Thuis.
  • Houd je aan vastgestelde veiligheidsmaatregelen. Volg afspraken zorgvuldig op om de veiligheid van betrokkenen te waarborgen.