ARIJ voor kind en gezin
Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) bestaat uit een veiligheidstaxatie en een risicotaxatie. De ARIJ VT en RT is ontwikkeld in samenwerking tussen Jeugdbescherming Regio Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam, waarbij wetenschappelijke kennis en praktijkervaringen samen zijn gebracht.
Met de ARIJ VT worden met 10 vragen de acute onveiligheid gewogen, waarbij een antwoord gegeven wordt op de ernst van de onveilige situatie. Met de ARIJ RT wordt middels 30 risicofactoren het risico op onveiligheid van kinderen en jongeren in de toekomst ingeschat. De ARIJ0RT is een hulpmiddel om in de analysefase helder te krijgen hoe hoog het risico op toekomstige onveiligheid is en in welke mate dit beïnvloed kan worden door risicogestuurde zorg en compenserende zorg.
HAVIK voor kind en gezin
HAVIK is de Handelingsgerichte Actuele Veiligheid Inschatting van het Kind. Het is een instrument dat veiligheidstaxatie combineert met het vormen van een veiligheidsplan, gericht op het maken van afspraken en bepalen van acties ten aanzien van de actuele veiligheid van kinderen binnen kwetsbare gezinnen. DE HAVIK is instrument dat veiligheidstaxatie combineert met het vormen van een veiligheidsplan, gericht op het maken van afspraken en bepalen van acties ten aanzien van de actuele veiligheid van kinderen binnen kwetsbare gezinnen.
Met acute onveiligheid wordt de veiligheidssituatie van het kind bedoeld in het hier en nu, op dit moment. De acute onveiligheid omvat alles dat het kind vandaag de dag beschadigt en/of te kort komt. Ook in situaties waar er geen sprake is van direct gevaar (zoals fysiek geweld) kan er wel degelijk noodzaak zijn direct te handelen, ten aanzien van de langdurige onveiligheid waardoor een kind iedere dag in onveiligheid verkeert maar niet in acuut gevaar is. De HAVIK is bedoeld om een beeld te krijgen welke risico’s de acute onveiligheid bedreigen en op basis daarvan bepalen jeugdzorgprofessionals aan welke minimale voorwaarden (zogeheten bodemeisen) voldaan moet worden en waar de veiligheidsafspraken met het gezin zich op dienen te richten. De HAVIK is een instrument dat in de praktijk helpt om de acute onveiligheid uitgebreid te operationaliseren én hier vervolgens ook passend bij te handelen. De vragen die de HAVIK beantwoord zijn: Waardoor raak het kind vandaag beschadigd? Wat heeft het kind vandaag te kort?
CTSPC voor kind en ouder
CTSPC (Conflict Tactics Scale ParentChild) is een vragenlijst voor kinderen vanaf acht jaar waarmee het geweld tussen ouder en kind wordt gemeten. De vragenlijst is gebruikt voor het onderzoek ‘Kwestie van lange adem: Kan huiselijk geweld echt stoppen?’ van Verwey Jonker Instituut. De CTSPC heeft een ouder- en een kindversie. Bij de ouderversie worden de volgende subschalen gebruikt: niet-gewelddadige disciplinering, psychische agressie, fysiek geweld (inclusief vragen over disciplinering of lichamelijke straffen), en verwaarlozing. Bij de kindversie worden de subschalen niet-gewelddadige disciplinering, psychische agressie, fysiek geweld (inclusief vragen over disciplinering of lichamelijke straffen) en getuige van geweld tussen ouders gebruikt. Vier items gaan over niet-gewelddadige disciplinering (bv. ‘Uitgelegd waarom iets verkeerd/fout was’); vijf items over psychische agressie (bv. ‘Tegen hem/haar geschreeuwd, gegild of gekrijst’); dertien items betreffen fysiek geweld (bv. ‘Hem/haar met mijn vuist geslagen of geschopt’); vijf items gaan over verwaarlozing (bv. ‘U was niet in staat om ervoor te zorgen dat uw kind(eren) het eten kreeg dat hij/zij nodig had’); vijftien items gaan over getuige zijn van geweld tussen ouders (bv. ‘Mijn (stief)vader/ (stief)moeder heeft de ander geslagen’). Voor elk item kon de respondent een score geven op een 8-punts Likertschaal tussen de 1 (dit is nooit gebeurd) en 8 (meer dan twintig keer in het afgelopen jaar). Op basis van de ingevulde vragenlijsten per gezin is het mogelijk een indeling in het gezinsgeweld te maken in drie categorieën: ‘geen geweld’, ‘mild geweld’ en ‘veelvuldig of ernstig geweld’.
CFRA
CFRA is een instrument om een inschatting te maken van de waarschijnlijkheid dat een kind binnen een gezin wordt mishandeld of verwaarloosd, het inventariseren van de belangrijkste risicofactoren voor ernstige kindermishandeling in alle gezinnen waarin jeugdhulp wordt gegeven en op basis daarvan het maken van een inschatting van het toekomstige risico op kindermishandeling en verwaarlozing.
SPUTOVAMO(-R) voor kind
SPUTOVAMO is bedoeld voor gebruik in de medische zorg, Aan de hand van een lijst met vragen wordt nagegaan of bij het kind waargenomen letsel veroorzaakt kan worden door kindermishandeling. SPUTOVAMO-R is de verkorte vragenlijst. De SPUTOVAMO is gericht op kinderen die medische zorg nodig hebben. SPUTOVAMO wordt alleen in de medische sector na scholing gebruikt.
RiS(-L)
RiS is een risicotaxatie-instrument voor het inschatten van seksueel grensoverschrijdende gedrag. RiS-L is een aanvulling met een deel over signalen en risico’s voor meisjesslachtoffers loverboys.
GIZ voor kind en gezin
De Gezamenlijke Inschatting Zorgbehoeften (GIZ) is een erkende methodiek waarmee je de sterke kanten en ontwikkel- en zorgbehoeften van een kind of gezin in kaart kan brengen. Samen met (aanstaande) ouders, jeugdigen en andere professionals. Zo kom je tijdig tot passende ondersteuning en wordt de eigen kracht en regie versterkt.
MASIC voor ouderparen in scheiding
De MASIC biedt een gestructureerde beoordeling van partnergeweld bij ouderparen die in een (conflict)scheiding verwikkeld zijn. De MASIC bestaat uit een gestructureerd interview dat bij elke ouder apart wordt afgenomen. De MASIC vraagt gedetailleerd naar verschillende vormen van partnergeweld. Vervolgens wordt op basis van de informatie uit de twee interviews, aangevuld met informatie uit andere een beoordeling gemaakt over de aan/afwezigheid van partnergeweld, en als er geweld aanwezig is, over het type geweld.