8 Tips om in gesprek te gaan met kinderen

Als je met een kind praat over een moeilijke thuissituatie of mogelijke kindermishandeling, is het belangrijk om het gesprek veilig en ondersteunend te laten verlopen. Een goede aanpak helpt het kind om zich gehoord en begrepen te voelen.

1. Creëer een veilige omgeving

Creëer een veilige omgeving waar het kind zich comfortabel voelt. Kies een rustige plek waar je niet gestoord wordt en waar het kind zonder angst kan praten. Een vertrouwelijke setting is essentieel om het kind op zijn gemak te stellen.

2. Wees empathisch en sensitief

Benader het gesprek met empathie en begrip. Kinderen kunnen zich schamen of bang zijn om te vertellen wat er aan de hand is. Laat zien dat je luistert en dat hun gevoelens normaal zijn. Gebruik een vriendelijke toon en ondersteunende lichaamstaal om vertrouwen op te bouwen.

3. Gebruik kindvriendelijke taal

Gebruik taal die past bij de leeftijd en het begripsniveau van het kind. Vermijd ingewikkelde termen en stel eenvoudige vragen die uitnodigen tot een open gesprek. Bijvoorbeeld: “Hoe gaat het met je thuis?” Dit moedigt het kind aan om zijn verhaal te delen.

4. Luister actief

Luister actief en geef het kind de ruimte om te praten. Laat merken dat je het belangrijk vindt wat ze vertellen. Herhaal of vat samen wat het kind zegt om te laten zien dat je begrijpt wat ze bedoelen en om eventuele misverstanden te voorkomen.

5. Wees geduldig

Wees geduldig en dwing het kind niet om te praten. Soms heeft het tijd nodig om gevoelens en gedachten te ordenen. Stiltes kunnen het kind helpen om verder te praten. Forceer niets en volg het tempo van het kind.

6. Vermijd oordelen

Kinderen zijn vaak bang dat ze schuld krijgen voor de problemen in hun gezin. Maak duidelijk dat het niet hun schuld is en dat ze veilig kunnen vertellen wat ze ervaren.

7. Respecteer de vertrouwelijkheid

Respecteer de vertrouwelijkheid, maar wees transparant. Leg uit dat sommige informatie gedeeld moet worden met andere professionals om hun veiligheid te waarborgen. Dit helpt hen begrijpen dat het gaat om bescherming, niet om straf.

8. Geef informatie en volg op

Vertel het kind dat er hulp beschikbaar is, zowel voor hen als voor hun gezin. Geef aan wat jouw acties zijn.  Volg na het gesprek op door regelmatig contact te houden. Check hoe het met hen gaat en toon dat je om hen geeft. Dit versterkt hun gevoel van steun en veiligheid.

Blijf alert op signalen van onveiligheid. Als je veranderingen in gedrag of stemming opmerkt, wees dan bereid om verdere stappen te zetten om het kind te beschermen.